Maarten Box
Mijn naam is Maarten Box. De diagnose voor Autisme is bij mij pas op late leeftijd nl. 63 jaar vastgesteld. Volgens de klassieke indeling past hier de naam Asperger bij.
Bij mij openbaart Asperger zich op de volgende manier:
Er is een kant in mij die behoefte heeft aan rust en structuur. Als er teveel prikkels zijn (= vaak gedoe met mensen) wil ik mij terug kunnen trekken. Maar ik heb juist ook veel behoefte aan goed contact. Dus ik ben zeker niet contactschuw.
Aan de andere kant zit de creatieve (intelligente???) kant. Die wil juist op avontuur en uitdagingen. Die zorgt ervoor dat ik ga netwerken en mij betrokken voel met het klimaat en armoede vraagstuk. De creatieve kant in mij wil het liefst een goed werkende bijdrage leveren die helpt om deze vraagstukken op te lossen.
Dat zorgt juist voor het opzoeken van prikkels, waar ik spanningen van kan krijgen. Uiteraard zitten deze krachten in dezelfde persoon. In een periode van 40 jaar zijn zij naar elkaar toegegroeid. Uiteindelijk hebben ze elkaar gevonden in het “bouwen” van workshops op basis van een bordspelvorm.
De teruggetrokken rust minnende autistische kant in mij bouwt niets liever op een architectonisch mooie natuurrijke rustige plek aan deze workshops. Mijn creativiteit verzint de spelregels voor een snelle bondige workshop. Vervolgens durven zij samen deze workshop te testen bij een groter publiek of hij goed werkt.
Een workshop geeft mij overzicht en structuur in een hectische omgeving. Als de workshop goed werkt, biedt hij mij veiligheid. En dan kan ik juist heel flexibel zijn en improviseren, iets wat mensen niet gauw verwachten bij een Autist.
Het in balans houden van de spanningen die beide sterke krachten in mij oproepen blijf ik wel een lastige uitdaging vinden. Het is steeds zoeken en op tijd grenzen aangeven vrij van irritatie vind ik een hele uitdaging.
Planten kunnen mensen met neurodiverse eigenschappen inspireren op welke plek zij zich thuisvoelen.
Deze workshop helpt jou als “plant” de groeiplaats te vinden waar jij je het meest prettig voelt. Wat voor eigenschappen heeft deze groeiplek?
Ik maak een dwarsdoorsnede van de belangrijkste vegetatietypen die op dit moment in Nederland voorkomen. Deze print ik op A0 (circa 1,20 x 0,80) uit.
Vervolgens vertel ik een chronologisch verhaal over de verschillende groei-omstandigheden per plek. Na afloop van het verhaal geven deelnemers met een plakpapiertje de groeiplek aan waar zij zich het prettigst voelen. Daarna kunnen deelnemers met elkaar in gesprek gaan waarom een bepaalde groeiplaats hun aanspreekt.