Als autistische volwassene herken ik mij niet in de theorieën van autisme die tegenwoordig veelal gebruikt worden door psychologen (bijvoorbeeld in psycho-educatie). Herkenning kwam er pas toen ik tijdens mijn onderzoek naar de geschiedenis van autisme de theorie van Hans Asperger opnieuw ging onderzoeken.

Hans Asperger is de Oostenrijkse kinderarts die rond 1940 als eerste kinderen met autisme beschreef. In 1981 is het Syndroom van Asperger naar hem vernoemd. De naam Asperger is heel bekend, maar vreemd genoeg is er nooit goed onderzocht wat zijn theorie van autisme precies is. Toen ik dat voor mijn promotieonderzoek wel ging doen, ontdekte ik dat zijn theorie nét anders is dan mensen denken. Asperger heeft een nét ander idee over autisme dan psychologen tegenwoordig hebben. En het interessante is: ik bleek me veel meer te herkennen in wat Asperger zegt over autisme dan wat ik psychologen tegenwoordig over autisme zeggen.  

In mijn presentatie zal ik eerst delen wat ik ontdekt heb over Hans Asperger’s theorie van autisme.  Bijvoorbeeld zijn idee dat bij mensen met autisme het denken vrij onafhankelijk functioneert van het gevoel. Hierdoor zijn kinderen met autisme goed in conceptueel denken (boekenwijsheid), maar hebben ze weinig interesse in praktische taken zoals de huishouding. Daarna zal ik laten zien dat ik wat Asperger zei over autisme heel duidelijk herken bij mijzelf. Als ik kijk naar waar ik goed in ben en waar ik moeite me heb, klopt dat precies met wat Hans Asperger zei.  

In mijn presentatie maak ik gebruik van grappige illustraties en alledaagse voorbeelden om mijn verhaal te ondersteunen. Uiteraard is er ook ruimte voor vragen en discussie.